In De monnik en de Apenkoning wordt het fundament gelegd voor een van de grootste avonturen uit de wereldliteratuur. De rebelse Apenkoning Sun Wukong, geboren uit steen en begiftigd met bovennatuurlijke krachten, trotseert hemel en aarde. Zijn trots brengt hem in conflict met de goden, totdat de Boeddha hem onderwerpt onder de Berg der Vijf Elementen. Jaren later wordt hij vrijgelaten om de monnik Tripitaka (Tang Sanzang) te beschermen op diens heilige missie naar het Westen om de ware geschriften te halen. Hun ontmoeting markeert het begin van een reis die even geestelijk als fysiek is - vol humor, mystiek en morele groei.

Wu Cheng'en weeft een rijke wereld van hemelse hoven, demonen en geesten, waarin satire en spiritualiteit hand in hand gaan. Het verhaal onderzoekt thema's van gehoorzaamheid, verlossing en de strijd tussen lichaam en geest, terwijl Wukong zijn ontembare aard probeert te beheersen in dienst van verlichting.

De vertaling vangt de poëtische toon en levendige symboliek van het origineel, waardoor lezers zowel de mythische pracht als de filosofische diepte van het verhaal kunnen ervaren.